TO SEDUS WEBSITE

Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Het nieuwe kantoor, de creatieve leeromgeving.

Een interview met Birgit Gebhardt, trendexpert en schrijfster van de publicatie ‘NEW WORK ORDER – Aufbruch in eine neue Arbeitskultur’ (begin van een nieuwe werkcultuur)
Birgit Gebhardt

Birgit Gebhardt is trendonderzoekster met als zwaartepunt ‘de toekomst van de werkomgeving’. Ze ondersteunt Think Tanks, bevordert de ontwikkeling van een actieve management- en werkcultuur en werkt ideeën over het kantoor van de toekomst uit voor klanten zoals UBS, Swisscom of XING. Haar advieswerk is gebaseerd op twaalf jaar projectmanagement bij Trendbüro, waarvan ze vijf jaar lang directeur was. Ze is lid van de expertcommissie van de Bertelsmann Stiftung met het zwaartepunt ‘werk- en leefperspectieven voor Duitsland’ en lid van de wetenschappelijke adviescommissie van de Liechtensteinse Stiftung Zukunft.

Kennisuitwisseling

Het kantoor onderscheidt zich steeds meer door een intensieve kennisuitwisseling: vindt u dat we het kantoor als een leeromgeving kunnen zien?
B.G. _ Ja, ik denk inderdaad dat het kantoor in de toekomst een leeromgeving zal zijn en daar zijn meerdere redenen voor:
1. Het belangrijkste aspect bij de kantoororganisatie – de verbetering van de communicatie en samenwerking door informele kennissen en disciplineoverstijgende teams – heeft in de basis alleen tot doel de kennis binnen de organisatie te delen en te vergroten.
2. De kenniswerkers zelf zijn zich ervan bewust dat ze hun vaardigheden permanent moeten actualiseren en nieuwe ervaringen moeten opdoen. Hun leersucces wordt hun reputatie, gedocumenteerd door referenties en gemeenschappelijke kennis op sociale platforms en in communities.
3. En tot slot is de technische en ruimtelijke transformatie van een werkplek in een leeromgeving, met verschillende niveaus en methodes voor het opdoen van nieuwe ervaringen, voor de kantoren de enige manier om hun voorsprong te behouden ten opzichte van alle andere plaatsen waar werken en samenwerken in de toekomst mogelijk zal zijn.

Leerproces

In de afgelopen decennia is het leerproces veranderd: de methoden zijn creatiever en mensen leren permanent. En we hebben gezien dat leren in verschillende contexten gebeurt. Hoe zullen we in de toekomst leren, denkt u?
B.G. _ Ik denk dat uw beschrijving van contextgebonden en permanent leren ook in de toekomst nog opgaat. Om de persoonlijke relevantie van het leren te vergroten, zouden mensen toepassingsgericht en op basis van hun individuele omstandigheden moeten leren. Het vertrouwde ‘learning by doing’ zal op een nieuwe manier worden ondersteund door onderlinge interactie door serious games, motion-tracking en adaptieve instructies op virtualrealitybrillen. Big data en nieuwe visualiseringstools zullen de creatieve weg bij het zoeken naar de beste oplossing vereenvoudigen. Om innovatiever te worden, zouden kenniswerkers hun ideeën en methoden steeds weer kritisch moeten vergelijken met die van anderen. Dat betekent, externe experts actief erbij betrekken en afdelingsoverstijgend samenwerken.

Helaas concurreert het idee om teams steeds weer anders samen te stellen met de efficiëntie van ‘never change a winning team’. Teams moeten dus balanceren tussen de individuele leercurve en de tijdsdruk van het bedrijf en personen die zich innestelen of de drive verliezen, moeten individueel weer worden gemotiveerd.

Coworking

Coworking- en Makerspaces behoren intussen tot het spectrum van de vrije economie. Hoe ingrijpend zullen deze externe werkplekken het concept van de werkplek binnen een bedrijf veranderen?
B.G. _ Bedrijven zijn zich er al van bewust dat sommige medewerkers af en toe liever elders werken. Terwijl de meeste werknemers niet echt vraagtekens zetten bij hun werkdag op kantoor (en de reistijd), kunnen de digital natives afstand nemen van deze lemming-houding. Veel nieuwe schoolconcepten stimuleren de leerlingen om meer zelfgeorganiseerd te leren en te ontdekken wat de juiste weg en ruimte voor samenwerking of concentratie is. Wat mij echter in coworking-ruimtes opvalt, is dat de meeste coworkers er daar totaal geen nieuwe werkstijl op na houden. Meestal hangen ze achter hun laptop of zitten ze zelfs in een gehuurde, afgesloten box. Ze ontmoeten elkaar in een chiquere omgeving en worden geïnspireerd door het wisselende gezelschap, maar hun werkgedrag verandert zelden. Wanneer je bedenkt dat ook één op de tien Duitsers die van tijd tot tijd thuis werkt een gewoontedier is, heeft het kantoor zeker nog de grootste kans om de werkstijl anders te definiëren: als de plaats waar nieuwe leer- en samenwerkingsgereedschappen voor het eerst worden gehanteerd en waar de peergroup zijn constante thuisbasis heeft. Dit zou designtechnisch kunnen leiden tot verschillende experimenteervelden en comfortzones ter ondersteuning. Omdat de volgende generatie zich vaak meer verbonden voelt met de gemeenschap dan specifiek met het bedrijf, zullen ze een meer familiaire werkomgeving verlangen, maar ook een sterkere onafhankelijkheid in relatie tot kantoorvoorschriften. Zo vroegen de medewerkers van een groot sociaal netwerk om een inspirerende, gezellige sfeer, een variatie van settings en zitgelegenheden, inclusief lounge- en relaxmeubels – om te werken welteverstaan. Een andere klant zei dat nog belangrijker dan de vraag naar desksharing de beschikbaarheid van een teamruimte was, die meerdere weken gebruikt en aan de behoeften van het project aangepast kon worden. Het idee om gemeenschapsruimtes te creëren leidt tot meer variatie in de inrichting en indeling. Omdat het kantoor niet langer een afspiegeling hoeft te zijn van functionele en lineaire processen, kan het een mensgerichte ruimte worden, die bij de medewerkers het onderlinge begrip, het plezier om elkaar te ontmoeten, het uitwisselen van kennis en het van elkaar leren bevordert. Kantoorruimtes zouden kenniswerkers op twee manieren moeten omarmen: hen als lid van de grote familie op waarde schatten en hen er intuïtief toe brengen dat ze zich zo gedragen dat ze hun taken gemakkelijker kunnen verrichten.

Creatieve proces

Wat zijn volgens u de elementen in de arbeidssector die het experimenteren, het creatieve proces en het collaboratieve leren mogelijk maken en vergemakkelijken?
B.G. _ Voor al die drie werkwijzen zou het nuttig zijn als de context, de effecten en de doelen gezien, in kaart gebracht of gevisualiseerd zouden kunnen worden. Met name bij een trapsgewijze aanpak zijn regelmatige samenvattingen en altijd een ‘big picture’ nodig, om iedereen aan de taak te binden. De mogelijkheid om te visualiseren is niet alleen nodig voor een mediabedrijf dat zijn lifestyle op Instagram post. Visualisering is ook een essentieel medium om ideeën of vakbegrippen in functieoverstijgende teams te vertalen of verschillende denkwijzen te ordenen. Het palet zou moeten beginnen bij bijna archaïsche, speelse en analoge hulpmiddelen (schema’s aan de wand, berichten op Post-its, Lego Serious Play) en kan reiken tot grote touchscreens met videoconferenties, augmented-reality-simulaties, rapid prototyping en big-data-informatie, die idealiter op de behoeften en vaardigheden van de gebruiker reageren. Passend daarbij zouden ook de ruimtes en designelementen moeten verschillen tussen archaïsche, bijna rituele plaatsen en diverse semidigitale besprekings- en werkruimtes. Ook een 3D-printer, een volledig digitale VR Cave of een BIM-lab zijn denkbaar. Trouwens, wat de constructiesoftware BIM (Bouw Informatie Model) betreft: ik denk dat enkele lineaire processen meer en meer tot gelijktijdige gebeurtenissen worden gecomprimeerd, waarbij alle benodigde partijen en experts tegelijkertijd betrokken zijn om praktische oplossingen te bespreken en mede vorm te geven. Bij het zoeken naar oplossingen helpen ook archaïsche settings of rituele artefacten, omdat die het team intuïtief in de juiste mindset en stemming brengen.

Vragen over dit artikel? Neem gerust contact op met Sedus.

Dit artikel is gepubliceerd in Sedus Insights Fab & co

Click to rate this post!
[Total: 2 Average: 5]